ECLI:NL:CRVB:2021:47
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering en verzoek om herbeoordeling van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, geboren in 1982, had in 2015 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke door het Uwv was geweigerd. Appellante heeft geen rechtsmiddelen ingesteld tegen deze weigering. In 2017 diende zij een nieuwe aanvraag in, die ook werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die de eerdere beslissing van het Uwv konden ondermijnen. De medische informatie die was overgelegd, toonde niet aan dat appellante in de vijf jaar na haar achttiende verjaardag jonggehandicapt was geworden. De Raad bevestigde dat appellante in die periode arbeidsvermogen had, gezien haar opleiding en werkervaring. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het Uwv bevoegd was om de aanvraag af te wijzen op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.