Uitspraak
19.3310 AW
20 juni 2019, 18/2567 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Bij psychiatrisch onderzoek werden door De Klerk aanwijzingen gezien voor gebrekkig inzicht en reflecterend vermogen. Op verschillende punten achtte de Klerk de anamnese onbetrouwbaar. Aanvullend onderzoek werd verricht, namelijk een symptoomvalidatietest, waarbij de score sterk verhoogd was. Met betrekking tot de objectiveerbaarheid van de klachten kwam De Klerk tot de volgende conclusie. Het onderzoek toont verschillende inconsistenties en de klachtenpresentatie is op meerdere punten atypisch en niet passend bij de bekende pathofysiologische patronen binnen de psychiatrie. Daarnaast is sprake van ernstige inconsistenties tussen het verhaal van betrokkene en de meegeleverde informatie, die gebaseerd is op vele getuigenissen. De Klerk benoemde vijf inconsistenties in het onderzoek. Hij stelde voorts dat hoewel deze bevindingen afzonderlijk niet concludent hoeven te zijn, juist de combinatie suspect is voor symptoomaggravatie. Eén en ander werd nog ondersteund door een sterk verhoogde score op de symptoomvalidatietest. De Klerk kwam tot de slotsom dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat er bij appellant in de periode van oktober 2013 tot en met maart 2017 sprake was van ziekte of gebrek.