In deze zaak heeft appellante, woonachtig aan [adres], een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij haar woning. Het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hun onderzoek geen sprake was van parkeerdruk. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat er wel degelijk parkeerdruk is en dat het onderzoek van het college niet zorgvuldig is uitgevoerd. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad van Beroep wordt bevestigd. De Raad oordeelt dat het college terecht heeft gesteld dat er geen parkeerdruk is en dat het onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd. Appellante heeft niet aangetoond dat de resultaten van het onderzoek onjuist zijn. Daarnaast heeft appellante verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad oordeelt dat de redelijke termijn met vijf maanden is overschreden en kent appellante een schadevergoeding van € 500,- toe, te betalen door de Staat der Nederlanden. Tevens worden de proceskosten van appellante begroot op € 267,-.