ECLI:NL:CRVB:2021:342
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar WIA-uitkering te weigeren. Appellante, die eerder een WGA- en IVA-uitkering ontving, had zich op 16 februari 2018 opnieuw ziek gemeld met klachten van het carpaal tunnelsyndroom (CTS) en linkerschouderklachten. Het Uwv heeft na een medisch onderzoek geconcludeerd dat de klachten van appellante voortkomen uit een andere ziekteoorzaak dan waarvoor zij eerder een uitkering ontving. De verzekeringsarts heeft dit in een rapport van 23 maart 2018 gemotiveerd. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de klachten van het CTS al eerder bekend waren bij het Uwv en dat er sprake is van een verergering van deze klachten. De Raad heeft echter geoordeeld dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat er geen bewijs is dat de klachten van appellante zijn toegenomen uit dezelfde ziekteoorzaak. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad concludeert dat het Uwv terecht heeft geweigerd om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat er geen sprake is van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.