Uitspraak
19 1749 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.De arbeidsdeskundige heeft de mate van arbeidsongeschiktheid bepaald op 59%.
.Ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij meer beperkingen heeft, heeft appellant verwezen naar informatie van cardioloog F.C. Visser van 22 augustus 2019 en cardioloog C.M.C. van Campen van 26 augustus 2019 van Stichting Cardiozorg. Daarnaast heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat de thuissituatie buiten beschouwing moet blijven, omdat in de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid van het Uwv op verschillende plaatsen is vermeld dat de thuissituatie bij de onderzoekselementen hoort. Appellant heeft verder aangevoerd dat de aangepaste arbeid een niet bestaande functie in de organisatie is en dat de rechtbank met het benoemen van de aangepaste arbeid als bedongen arbeid geen rekening heeft gehouden met de (re)organisatie van de politie.
.Het Uwv heeft toegelicht dat de thuissituatie in de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid één van de onderzoekselementen is met behulp waarvan de verzekeringsarts zich een beeld vormt van het functioneren. Voor de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling is de maatgevende arbeid het uitgangspunt en niet de thuissituatie. In reactie op vragen van de Raad heeft het Uwv onder meer naar voren gebracht dat er wel een arbeidskundige beoordeling heeft plaatsgevonden en daarbij verwezen naar het rapport van de arbeidsdeskundige van 30 maart 2017. Het Uwv heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat appellant in staat is om vijftien uur per week te werken als [functie 2] en dat hij dit werk feitelijk heeft verricht tot de ziekmelding van 1 november 2016. Volgens het Uwv is het werk waaruit appellant is uitgevallen, ondanks de wijziging van de functienaam in Generalist Intelligence, hetzelfde werk, zonder inhoudelijke wijziging wat betreft belasting. Het Uwv heeft gesteld onveranderd toepassing te hebben gegeven aan artikel 9, aanhef onder h en i, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Sb).