ECLI:NL:CRVB:2021:329
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van toeslag op basis van de Toeslagenwet en de toepassing van het Algemeen Inkomensbesluit socialezekerheidswetten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) aan appellante. Appellante had een aanvraag voor een toeslag ingediend, maar deze was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen omdat zij in de maanden februari en maart 2018 loon had ontvangen, waardoor zij niet voldeed aan de voorwaarden voor de toeslag. De rechtbank Limburg had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De Centrale Raad oordeelde dat het Uwv op juiste wijze toepassing had gegeven aan artikel 4:1, derde lid, van het Algemeen Inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB). De Raad stelde vast dat de gegevens uit de polisadministratie correct waren en dat appellante geen bewijs had geleverd dat deze gegevens onjuist waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet in aanmerking kwam voor de toeslag met ingang van 15 februari 2018, omdat zij in die maanden loon had ontvangen dat haar recht op toeslag uitsloot. De Raad benadrukte dat het Uwv de gegevens uit de polisadministratie mocht gebruiken, tenzij appellante kon aantonen dat deze onjuist waren. Aangezien dit niet was gebeurd, werd het hoger beroep van appellante afgewezen.