Uitspraak
21.2111 ZW
OVERWEGINGEN
ZW-uitkering.
5 september 2017. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant geschikt is voor één van de eerder geselecteerde functies, zijnde medewerker medische administratie. Het Uwv heeft bij besluit van 2 oktober 2017 vastgesteld dat appellant met ingang van 29 september 2017 geen recht meer heeft op ziekengeld. In bezwaar heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep een gewijzigde FML van 14 november 2017 opgesteld en heeft een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vastgesteld dat de eerder geselecteerde functie van archiefmedewerker en medewerker administratie niet passend zijn, maar dat de eerder geselecteerde functie van samensteller wel passend is. Dit besluit is in bezwaar en beroep in stand gelaten.
ZW-uitkering op grond van artikel 19, eerste en vierde lid van de ZW, en geen sprake is van een theoretische schatting op grond van het Schattingsbesluit. De enkele omstandigheid dat de arts die het primaire onderzoek heeft verricht nog in opleiding was tot specialist verzekeringsgeneeskunde kan niet leiden tot de conclusie dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is geweest (zie de uitspraak van de Raad van 13 februari 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BC4324 en de uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2903). In dit geval is er te meer geen aanleiding om de toetsing en medeondertekening door de geregistreerde verzekeringsarts onzorgvuldig te achten nu, zoals ter zitting is gebleken, deze verzekeringsarts aanwezig was bij het spreekuur waarin appellant door de primaire arts is onderzocht. Ook overigens is niet gebleken dat het onderzoek in bezwaar door de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig is geweest. In het dossier bevond zich informatie van behandelaars over de periode 2004 tot 2019 en recente informatie van de huisarts van januari 2019. De Raad verenigt zich met de overwegingen van de rechtbank op dit punt. Niet gebleken is dat de artsen geen volledig beeld hadden van de medische situatie van appellant of dat sprake was van een beredeneerd afwijkend standpunt van de behandelaars. Appellant kan dan ook niet gevolgd worden in het standpunt dat nadere informatie had moeten worden opgevraagd.