ECLI:NL:CRVB:2021:3155
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van extreem laag waterverbruik
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet. De appellant had op 19 oktober 2017 een aanvraag ingediend met als gewenste ingangsdatum 1 oktober 2017, maar het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de vaststelling dat de appellant zijn hoofdverblijf niet had op het opgegeven adres, wat werd ondersteund door een extreem laag waterverbruik van slechts 1 m³ in de periode van 14 maart 2017 tot en met 11 december 2017. De Raad oordeelde dat het aan de appellant was om het tegendeel aannemelijk te maken, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat de appellant de nodige duidelijkheid over zijn woonadres moet verschaffen en dat het college niet verplicht was om verder onderzoek te doen naar de woon- en leefsituatie van de appellant. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor aanvragers van bijstand om volledige openheid van zaken te geven over hun woonsituatie.