ECLI:NL:CRVB:2021:314
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- J.T.H. Zimmerman
- F.M. Rijnbeek
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de gezagsverhouding in het kader van de Werkloosheidswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 maart 2019. De appellant, die sinds 13 februari 2004 werkzaam was voor een stichting, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) na de opzegging van zijn dienstverband. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had de aanvraag afgewezen, omdat er geen gezagsverhouding tussen de appellant en de stichting kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Raad werd onderschreven. De Raad voegde hieraan toe dat ook in het verweerschrift van de appellant geen verifieerbare aanknopingspunten voor een gezagsverhouding te vinden waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.