ECLI:NL:CRVB:2021:3096
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- P.W. van Straalen
- P.J. Huisman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens exploitatie van een hennepkwekerij en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 4 oktober 2019. De zaak betreft de intrekking van bijstand en de terugvordering van bijstandsuitkeringen over de periode van 1 april 2017 tot en met 28 november 2017, ten bedrage van € 10.621,34. De appellant had in deze periode een hennepkwekerij geëxploiteerd, maar heeft dit niet gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen, waarmee hij in strijd heeft gehandeld met zijn inlichtingenverplichting. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de bewijslast bij de appellant lag om aan te tonen dat hij geen inkomsten uit de hennepkwekerij had gegenereerd. De Centrale Raad bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de appellant niet in zijn bewijslast was geslaagd. De enkele verklaring van de appellant dat hij geen succesvolle oogsten had, was onvoldoende om aan te nemen dat er geen inkomsten waren gegenereerd. De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om aannemelijk te maken dat hij recht had op bijstand, indien hij aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan. De Raad concludeerde dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand, omdat hierdoor niet kon worden vastgesteld of de appellant in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een kostenveroordeling.