Uitspraak
18.3722 PW-PV
Griffier: B. Beerens
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2021, gaat het om de toepassing van de kostendelersnorm in het kader van de Participatiewet (PW). Appellanten, ouders van een 21-jarige zoon met psychische problemen, hebben in hoger beroep aangevoerd dat hun zoon niet in staat is om te werken en geen bijstandsaanvraag wilde indienen. Hierdoor zouden zij niet in staat zijn om de gezamenlijke kosten te delen, wat volgens hen zou moeten leiden tot het buiten toepassing blijven van de kostendelersnorm.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de kostendelersnorm van toepassing is, omdat de zoon als kostendelende medebewoner wordt aangemerkt. De wetgever heeft met de invoering van de kostendelersnorm beoogd om bij de vaststelling van de bijstandsnorm rekening te houden met de voordelen van het delen van kosten met medebewoners. De Raad heeft benadrukt dat het niet relevant is of de bewoners de kosten feitelijk delen of bijdragen aan de kosten. Bovendien biedt de PW geen grondslag voor afwijking van de kostendelersnorm op basis van onbillijkheid.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland bevestigd, waarbij is vastgesteld dat de kostendelersnorm van toepassing blijft, ongeacht de persoonlijke omstandigheden van de zoon. Het hoger beroep van appellanten is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.