ECLI:NL:CRVB:2021:2846

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
19/5121 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opschorting en intrekking van de AIO-aanvulling op basis van onvoldoende informatie over onroerende zaken in Turkije

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant ontving sinds 2011 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) naast zijn ouderdomspensioen. Na een tip en onderzoek door de Attaché voor Sociale Zaken in Ankara, ontstond het vermoeden dat de appellant eigenaar was of was geweest van onroerende zaken in Turkije. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de appellant verzocht om opgaven van de kadasters van de betrokken gemeenten in Turkije, maar de appellant heeft deze informatie niet verstrekt. In plaats daarvan heeft hij alleen verklaringen van de afdeling belastingen overgelegd, wat niet voldoende was om de eigendomssituatie te verduidelijken.

De Svb heeft de AIO-aanvulling op 11 december 2018 opgeschort en op 16 januari 2019 ingetrokken, omdat de appellant niet had voldaan aan de informatieverplichting. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Svb terecht heeft gehandeld, aangezien de appellant niet de benodigde gegevens heeft verstrekt en ook niet de Svb heeft gemachtigd om deze informatie op te vragen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.

Uitspraak

19.5121 PW-PV, 19/5122 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 november 2019, 19/2624 en 19/2625 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 9 november 2021
Zitting hebben: E.J.M. Heijs als voorzitter, J.N.A. Bootsma en K.M.P. Jacobs.
Griffier: R. de Haas.
Ter zitting zijn verschenen: mr. M.I. Bal, namens appellant, en mr. P. Stahl-de Bruin, namens de Svb.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Dit betekent dat de opschorting en intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) op grond van de Participatiewet (PW) juist zijn.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar en gebaseerd op de volgende overwegingen.
Appellant en zijn echtgenote ontvingen vanaf 2011 in aanvulling op hun ouderdomspensioen een AIO-aanvulling.
Na een tip, een huisbezoek en onderzoek van de Attaché voor Sociale Zaken in Ankara, bestond het vermoeden dat appellant eigenaar was of was geweest van woningen in Turkije in de deelgemeente [deelgemeente] van de stad [stad] en in een dorp in de gemeente [gemeente] .
De Svb heeft appellant gevraagd om een opgave over te leggen van de kadasters van deze (deel)gemeenten waaruit blijkt of hij in de afgelopen vijf jaar wel of geen (mede)eigenaar was van een woning of een stuk grond, of om de Svb te machtigen om deze gegevens namens hem op te vragen.
Appellant heeft geen opgaves van deze kadasters ingeleverd, maar wel verklaringen van de afdeling belastingen van de (deel)gemeenten. In [deelgemeente] is in 2018 geen aangifte van appellant aangetroffen en in [gemeente] heeft hij in 2016 als (mede)eigenaar aangifte gedaan voor de onroerende zaaksbelasting van drie tuinen met een geringe minimaal belastbare waarde.
Maar hiermee was nog steeds niet duidelijk of appellant de afgelopen vijf jaar wel of geen (mede)eigenaar was van een woning of grond in deze (deel)gemeenten. Ook na herhaald verzoek heeft appellant geen opgaves van de kadasters verstrekt en evenmin de Svb gemachtigd om zelf informatie bij de kadasters op te vragen.
Hiermee heeft hij de voor de verlening van AIO-aanvulling van belang zijnde gegevens niet verstrekt. Als hem dit niet te verwijten valt omdat de kadasters hem zo’n opgave niet hebben willen geven, heeft hij anderszins onvoldoende medewerking verleend door de Svb niet te machtigen.
De AIO-aanvulling is bij besluit van 11 december 2018 dus terecht per 1 december 2018 opgeschort [1] en, omdat appellant het verzuim niet heeft hersteld, per die datum ook terecht ingetrokken bij besluit van 16 januari 2019 [2] .
Het hoger beroep slaagt niet.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) R. de Haas (getekend) E.J.M. Heijs

Voetnoten

1.Artikel 54, eerste lid, van de PW
2.Artikel 54, vierde lid, van de PW