Uitspraak
19 4458 PW
12 september 2019, 18/6322 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
.
e-mailbericht gereageerd.
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank als volgt overwogen. Ter zitting heeft de behandelend rechter aan de hand van de verstrekte uitkeringsspecificatie geoordeeld dat appellant niet in aanmerking komt voor vrijstelling van betaling van het griffierecht, zodat het beroep van appellant op betalingsonmacht moet worden afgewezen. Nu geen vrijstelling wordt verleend in voormelde zin, heeft de behandelend rechter appellant ter zitting de mogelijkheid geboden om het verschuldigde griffierecht alsnog bij de centrale balie of bij de bode contant dan wel per pintransactie te voldoen. Appellant heeft daarop verklaard zijn pinpas bij zich te hebben, maar het griffierecht op dat moment niet te willen voldoen. Vervolgens heeft de behandelend rechter aan appellant voorgehouden dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard zou worden indien hij het griffierecht niet tijdig, zijnde vóór de inhoudelijke behandeling ter zitting, zou betalen. Appellant volhardde echter in zijn weigering om het griffierecht vóór de inhoudelijke behandeling ter zitting te betalen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat de griffier van de Raad het betaalde griffierecht van € 128,- aan appellant terugbetaalt.