ECLI:NL:CRVB:2021:2418
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige afwijzing bijstandsaanvraag en causaal verband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had een verzoek ingediend om schadevergoeding naar aanleiding van de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf. De appellant stelde dat hij schade had geleden door de afwijzing van zijn aanvraag, die leidde tot betalingsachterstanden en een BKR-registratie. Het college had de aanvraag afgewezen op basis van het feit dat de appellant over voldoende middelen beschikte om in zijn levensonderhoud te voorzien, omdat zijn vader had verklaard hem financieel te ondersteunen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen causaal verband bestond tussen de afwijzing van de bijstandsaanvraag en de gestelde schade. De Raad stelde vast dat de appellant vanaf maart 2012 over een inkomen beschikte dat gelijk was aan de bijstandsnorm, en dat er geen relevant verschil zou zijn geweest in de situatie als de aanvraag wel was goedgekeurd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De appellant had niet aangetoond dat de betalingsproblemen en de BKR-registratie het gevolg waren van de afwijzing van zijn aanvraag. De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat de schade die de appellant had geleden niet het gevolg was van de onrechtmatige afwijzing van de bijstandsaanvraag, en bevestigde de beslissing van de rechtbank zonder veroordeling in proceskosten.