ECLI:NL:CRVB:2021:2189
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gefingeerd dienstverband en Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die zich ziek had gemeld vanuit een dienstverband met [X dienstverlening] B.V., betwistte de conclusie van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat er sprake was van een gefingeerd dienstverband. Het Uwv had op basis van een onderzoeksrapport geconcludeerd dat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond tussen appellant en [X]. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was. De Raad verwijst naar de verklaringen van getuigen en het ontbreken van objectieve en verifieerbare gegevens die de stelling van appellant ondersteunen. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Het verzoek van appellant om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het bestuursorgaan om relevante feiten en omstandigheden te onderzoeken bij besluiten tot intrekking van uitkeringen en terugvordering daarvan.