ECLI:NL:CRVB:2021:2165
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van uitspraak inzake schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 17 juni 2021. Appellant had verzocht om rectificatie omdat in de eerdere uitspraak niet was beslist op zijn verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad had in een brief van 21 juli 2021 aan partijen meegedeeld dat hij voornemens was de uitspraak te rectificeren en dat partijen binnen vier weken konden reageren. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de voorgenomen rectificatie.
De Raad heeft de uitspraak van 17 juni 2021 gewijzigd door enkele overwegingen toe te voegen. Appellant had schadevergoeding verzocht op basis van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, dat de redelijke termijn voor procedures regelt. De Raad concludeerde dat de redelijke termijn in deze zaak niet was overschreden, mede door de uitzonderlijke omstandigheden van de coronacrisis, die een verlenging van de termijn rechtvaardigde. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in dit geval vier jaar en vier maanden bedraagt, en dat op het moment van de uitspraak nog geen overschrijding had plaatsgevonden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rectificatie werd gepubliceerd op rechtspraak.nl, en aan de uitspraak was een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht.