3.2.Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.1.In artikel 27, eerste lid, van de Wet WIA, is bepaald dat de verzekerde die recht heeft op een uitkering, op verzoek of uit eigen beweging zo spoedig mogelijk alle informatie, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die van invloed kan zijn op de hoogte van de uitkering, aan het UWV verstrekt.
4.1.2.In artikel 76, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet WIA is bepaald dat het Uwv beschikkingen op grond van deze wet herziet of dergelijke beschikkingen intrekt, indien als gevolg van het niet of niet volledig nakomen van de artikelen 27 tot en met 32 en de daarop berustende bepalingen het recht op een uitkering op grond van deze wet niet of niet meer kan worden vastgesteld of ten onrechte is vastgesteld of de hoogte van de uitkering ten onrechte op een te hoog bedrag is vastgesteld.
4.1.3.Op grond van artikel 77, eerste lid, van de Wet WIA wordt een uitkering die op grond van deze wet onverschuldigd is betaald en hetgeen als gevolg van een beschikking als bedoeld in artikel 76 door het UWV onverschuldigd is betaald of verstrekt door het UWV teruggevorderd.
4.1.4.Op grond van artikel 12 van de TW is degene die aanspraak maakt op toeslag verplicht aan het UWV op zijn verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op toeslag, de hoogte van de toeslag, het geldend maken van het recht op toeslag of op het bedrag van de toeslag dat wordt betaald.
4.1.5.Op grond van artikel 11a van de TW, voor zover thans van belang, herziet het UWV een besluit op grond van de TW of trekt dat in indien het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting op grond van artikel 12 heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van toeslag, en indien anderszins de toeslag ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
4.1.6.In artikel 20, eerste lid, van de TW is, voor zover thans van belang, bepaald dat de toeslag die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 11a van de TW onverschuldigd is betaald door het UWV wordt teruggevorderd. Op grond van het vijfde lid van artikel 20 van de TW kan het UWV besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien, indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.
4.1.7.Op grond van artikel 91, eerste lid, van de Wet WIA legt het Uwv een bestuurlijke boete op van ten hoogste het benadelingsbedrag wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door de verzekerde van de verplichting, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet WIA.
4.1.8.Op grond van artikel 14a, eerste lid, van de TW legt het Uwv een bestuurlijke boete op wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door degene die aanspraak maakt op een toeslag van de verplichting, bedoeld in artikel 12 van de TW.