Uitspraak
19.2761 PW, 19/3533 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af in de zaak 19/2761 af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op hoger beroep van twee aanvragen om bijstand die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad zijn afgewezen. De appellanten, die bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet, hebben hun aanvragen ingediend na beëindiging van hun bijstandsverlening in 2016, toen appellant een juwelierszaak begon. Het college heeft de aanvragen afgewezen omdat appellanten niet voldaan hebben aan hun inlichtingenverplichting en onvoldoende objectieve en verifieerbare gegevens hebben overgelegd over hun financiële situatie en de beëindiging van hun onderneming.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten niet de benodigde duidelijkheid hebben verschaft over hun financiële situatie, wat essentieel is voor de beoordeling van hun bijstandsbehoefte. De Raad heeft ook geoordeeld dat de appellanten niet hebben aangetoond dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden die hen in staat zou stellen om opnieuw in aanmerking te komen voor bijstand. De hoger beroepen zijn dan ook ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraken van de rechtbank zijn bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, omdat er geen grond voor was.
De uitspraak benadrukt het belang van het overleggen van objectieve gegevens bij aanvragen om bijstand en de verantwoordelijkheid van de aanvrager om aan te tonen dat zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeren. De Raad heeft de uitspraak gedaan op 10 augustus 2021.