Uitspraak
19 4409 ZW, 20/1698 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
1.3. De WW-uitkering van appellant is per 17 maart 2016 voortgezet. Op 8 augustus 2016 heeft appellant zich, vanuit de situatie dat hij een WW-uitkering ontving, ziek gemeld met schouderklachten rechts. Nadat de WW-uitkering van appellant gedurende 13 weken is doorbetaald, heeft het Uwv appellant per 7 november 2016 een ZW-uitkering toegekend.
6 augustus 2018 een WIA-uitkering toe te kennen omdat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft doorlopen. Appellant heeft tegen beide besluiten bezwaar gemaakt.
15 januari 2019. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de belastbaarheid van appellant naar beneden bijgesteld op de punten 4.7 (schroefbewegingen) en 4.9 (frequent reiken). De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft met inachtneming van de FML van 15 januari 2019 een drietal functies voor appellant geselecteerd, op basis waarvan de mate van arbeidsgeschiktheid is vastgesteld op 73,74%.
14 april 2020 en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 7 april 2020 gewijzigd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft appellant geschikt geacht voor de maatstaf arbeid, te weten: twee van de in het kader van de EZWb geselecteerde functies, namelijk de functies van inpakster koekjes (SBC-code 111190) en algemeen productiemedewerker (SBC-code 111174). Het Uwv heeft zich alsnog op het standpunt gesteld dat de ZW-uitkering per
12 juli 2018 terecht is beëindigd maar dan op de grond dat appellant geschikt is voor “zijn arbeid” in de zin van artikel 19 van de ZW. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geoordeeld dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de medische situatie van appellant op 6 augustus 2018, dan wel binnen vier weken na 12 juli 2018, is gewijzigd. Dit betekent dat het Uwv zijn standpunt handhaaft dat appellant per 6 augustus 2018 niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering op de grond dat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld. Het Uwv handhaaft daarom de ongegrondverklaring van de bezwaren van appellant tegen de besluiten van 11 juni 2018.