Uitspraak
20.1137 ZW
OVERWEGINGEN
2 mei 2016 vastgesteld dat appellant met ingang van 3 juni 2016 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Het bezwaar van appellant heeft het Uwv bij besluit van 21 september 2016 ongegrond verklaard. Appellant werd met zijn beperkingen in staat geacht de functies van productiemedewerker (samenstellen van producten (SBC-code: 111180), medewerker intern transport (SBC-code: 111220) en loketbediende (SBC-code: 316011) te vervullen. De rechtbank heeft het daartegen gerichte beroep van appellant ongegrond verklaard en de Raad heeft de betreffende uitspraak bevestigd (uitspraak van de Raad van 4 april 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1193).
17 oktober 2018, alsmede op medische informatie afkomstig van de behandelend sector.
15 september 2016 rekening is gehouden met beperkingen ten aanzien van de fysieke belastbaarheid, waaronder ook de rugklachten van appellant. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de door appellant in bezwaar overgelegde medische gegevens van de psycholoog/psychiater van 26 september 2018 en een afdruk van een medicatieoverzicht van 16 oktober 2018, betrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat op inzichtelijke wijze is uiteengezet dat in de functie van medewerker intern transport (SBC-code: 111220) zowel fysiek als mentaal niet zeer belastend werkzaamheden voorkomen en dat die werkzaamheden binnen de belastbaarheid van appellant blijven. De functie heeft vaste bekende werkwijzen en de te verrichten taken zijn van te voren bekend. De opdrachten zijn concreet en niet ingewikkeld. Er is sprake van een eigen afgebakende deeltaak en de werkzaamheden worden verricht onder leiding van een supervisor. In deze functie komt relevant tillen of dragen niet voor en er is voldoende afwisseling van houding en mogelijkheid tot vertreden.