Uitspraak
20.2537 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 1 januari 2011 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet. Naar aanleiding van een melding dat appellante mogelijk inkomsten had uit werkzaamheden in een café en een gewonnen bedrag in een casino, heeft de gemeente Amsterdam een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de ontdekking van zestien kasstortingen en bijschrijvingen op de bankrekening van appellante, met een totaalbedrag van € 5.761,-. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft vervolgens de bijstand van appellante over een bepaalde periode herzien en een bedrag van € 3.579,07 teruggevorderd. Dit bedrag werd later verlaagd naar € 2.512,67 na een bezwaarprocedure.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij de inlichtingenverplichting niet heeft geschonden, omdat de bijschrijving van € 550,- een lening betrof en de kasstorting van € 1.900,- afkomstig was van eerder opgenomen bedragen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat de kasstortingen en bijschrijvingen als inkomen moeten worden aangemerkt, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze bedragen niet als inkomen kunnen worden beschouwd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond voor is. De uitspraak is gedaan door O.L.H.W.I. Korte, in tegenwoordigheid van J.B. Beerens als griffier, op 3 augustus 2021.