ECLI:NL:CRVB:2021:1925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsongeschiktheid en geschiktheid functie medewerker receptie in het kader van WAJONG
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de geschiktheid van de functie van medewerker receptie voor appellante, die een WAJONG-uitkering ontvangt. De Raad oordeelt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep niet kan worden gevolgd in zijn stelling dat conflictsituaties in de functie niet meer voorkomen dan in het normale dagelijkse functioneren. Appellante heeft aangevoerd dat de functie niet geschikt is vanwege een overschrijding op aspect 2.8 (omgaan met conflicten) in haar Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De Raad concludeert dat de functie van medewerker receptie, gezien de aard van de werkzaamheden en het vereiste omgaan met conflicten, niet geschikt is voor appellante. Hierdoor resteren er te weinig functies om de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling op te baseren, wat leidt tot de vernietiging van het besluit van het Uwv. Tevens wordt het Uwv opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. De Raad oordeelt ook over de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, waarbij wordt vastgesteld dat de redelijke termijn met twaalf maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.000,- ten laste van de Staat. De uitspraak bevat ook een veroordeling van het Uwv in de proceskosten van appellante in hoger beroep en de vergoeding van het griffierecht.