Uitspraak
20.1146 WIA
OVERWEGINGEN
22 januari 2020 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep ten grondslag. Verder heeft het Uwv telefonisch navraag gedaan bij Lentis Delftzijl.
6 maart 2019, verklaard dat zij in de zomer van 2008 ongeveer twee maanden opgenomen is geweest bij Lentis Delftzijl vanwege depressieve klachten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft nadere informatie bij de huisarts opgevraagd. In het rapport van 22 januari 2020 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de van de huisarts verkregen informatie betrokken bij zijn beoordeling. Tot slot is, zo blijkt uit de brief van het Uwv aan appellanten van 6 februari 2020, door het Uwv telefonisch bij Lentis Delftzijl navraag gedaan naar opnames in 2008 en 2010 van werkneemster. Met deze activiteiten heeft het Uwv op zorgvuldige wijze uitvoering gegeven aan de in de uitspraak van 14 november 2018 gegeven opdracht. Voor nader onderzoek, zoals bepleit door appellanten, geven de (medische) stukken geen aanknopingspunten.
22 januari 2020 geconcludeerd dat het huisartsenjournaal geen gegevens bevat over opnames in 2008 dan wel in 2010. Evenmin zijn resultaten bekend van een behandeling in 2008 of 2010. Ook uit telefonische navraag door het Uwv bij Lentis Delftzijl is gebleken dat er in 2008 en in 2010 geen sprake is geweest van opnames van werkneemster. Vervolgens heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep uiteengezet dat over de periode van begin 2009 tot aan de aanvang van de werkzaamheden op 1 september 2010 geen beeld gevormd kan worden over de situatie van werkneemster omdat het huisartsenjournaal in deze periode geen melding maakt van duidelijke problematiek. Het is wel aannemelijk dat werkneemster psychisch kwetsbaar was maar dat maakt haar volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog niet arbeidsongeschikt voor reguliere arbeid. Tot slot heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in het rapport van 22 januari 2020 opgemerkt dat werkneemster op 11 juli 2011 is uitgevallen als gevolg van toegenomen psychische klachten. Deze uitval vindt bevestiging in het huisartsenjournaal waarin de huisarts heeft vermeld dat werkneemster in juli 2011 last heeft van somberheid. Deze motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt onderschreven en ligt in lijn met de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in het rapport van 22 september 2017. Dat rapport vermeldt dat werkneemster per
1 september 2010 is gaan werken, dat de ziekmeldingen van werkneemster in september 2010 en in oktober 2010 kortdurend zijn geweest en het gevolg waren van griep en een luchtwegaandoening en geen verband hielden met psychische problematiek. Nadien heeft werkneemster haar werk hervat en is zij op 11 juli 2011 uitgevallen als gevolg van psychische klachten die bevestiging vinden in het opgevraagde huisartsenjournaal. Met deze bevindingen heeft het Uwv voldoende gemotiveerd dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op juiste gronden is vastgesteld op 11 juli 2011.
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellanten van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 187,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 187,-.