Uitspraak
19 3588 WW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- [naam werkgever 2] heeft over het jaar 2011 slechts € 12.526 aan omzet verantwoord en over 2012 geen omzet verantwoord, terwijl de loonsom over 2011 € 120.006,- bedraagt. Het Uwv heeft slechts zes loonstroken betreffende appellant aangetroffen, namelijk over de maanden juli 2011 tot en met december 2011;
- [X.], die als contactpersoon vermeld stond bij [naam werkgever 2] en van wie bekend is dat hij betrokken is geweest bij tientallen ondernemingen, die hij opricht of overneemt en na een korte periode overdraagt aan een derde, heeft verklaard dat hij dacht dat appellant een bekend persoon is van de tv of krant. [X.] heeft voorts verklaard dat hij niet wist wat de functie van appellant bij [naam werkgever 2] was en evenmin welke werkzaamheden hij verrichtte. De arbeidsovereenkomst van [naam werkgever 2] met appellant zei hem niets. [X.] heeft voorts verklaard dat hij andere arbeidsovereenkomsten had en dat hij nooit personeel in dienst heeft gehad;
- [Y.], administratief medewerkster van [naam werkgever 2] heeft verklaard dat de naam van appellant haar niet bekend voorkwam;
- Op de loonstroken over de maanden juli, augustus en september 2011 is als adres van [naam werkgever 2] ‘[vestigingsadres]’ vermeld, terwijl [naam werkgever 2] volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel pas per 15 oktober 2011 naar dit adres is verhuisd;
- Uit de gegevens van de Belastingdienst is gebleken dat pas op 30 oktober 2012 een reguliere aangifte loonbelasting werd gedaan over de maand december 2011 en een correctieaangifte over de maanden februari 2011 tot en met november 2011. Over 2012 is geen loonaangifte bekend. [naam werkgever 2] heeft voor appellant alleen aangifte gedaan bij de Belastingdienst over de maanden februai 2011 en december 2011 en er heeft geen afdracht plaatsgevonden;
- Appellant heeft verklaard dat hij in Rotterdam werkte en dat hij 100 klanten had geregeld voor de boekhouding, maar hij kon zich geen namen van klanten herinneren. Hij heeft verder verklaard dat hij tien maanden loon in een enveloppe heeft ontvangen, waarvoor hij telkens een ontvangstbewijs moest tekenen, maar dat hij niet meer over deze ontvangstbewijzen beschikt;
- Over een verslag van een teamvergadering van februari 2011 en een verslag van een functioneringsgesprek waarbij appellant en [Z.] aanwezig zouden zijn geweest, heeft [Z.] verklaard dat er nooit een teamvergadering is gehouden en dat de verslagen van de teamvergadering en het functioneringsgesprek vals zijn;
- Appellant heeft niet genoegzaam aangetoond dat hij loon heeft ontvangen. Slechts één betaling is aangetoond op de bankrekening van appellant, dit betreft een betaling van 17 januari 2012 met daarbij de vermelding loon januari 2011;
- Op het curriculum vitae uit 2015 heeft appellant [naam werkgever 2] niet vermeld, alleen zijn laatste werkgever [naam werkgever 1];
- De acht verklaringen die appellant heeft overgelegd waaruit zou moeten blijken dat hij gewerkt heeft voor [X.] zijn door het Uwv geverifieerd. Eén van de getuigen heeft verklaard dat de verklaring op zijn naam niet door hem was gemaakt. Een andere getuige heeft verklaard dat hij de verklaring hierover alleen maar heeft ondertekend, maar dat iemand anders hem getypt heeft. De overige getuigen hebben verklaard appellant wel te hebben gezien, maar konden over appellants feitelijke werkzaamheden niets verklaren. Hier komt bij dat vrijwel alle verklaringen dezelfde kenmerken en strekking hebben.
BESLISSING
S.B. Smit-Colenbrander als leden, in tegenwoordigheid van L. Winters als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2021.