Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van € 748,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Het hoger beroep was eerder op 21 januari 2021 niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De gemachtigde van appellante, mr. R. Versluijs, heeft in verzet verklaard dat hij de nota van 5 juni 2020 en de rappel van 7 juli 2020 niet had ontvangen. Uit het dossier bleek echter dat de nota van 7 juli 2020 aangetekend was verstuurd naar het juiste adres van de gemachtigde, een postbus. De gemachtigde heeft bij het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak kopieën van de nota en het rappel opgevraagd, inclusief de Track & Trace code van de aangetekende verzending. Na navraag bij PostNL bleek dat de zending was bezorgd, maar er was onduidelijkheid over aan wie de aangetekende nota was aangeboden. De Raad kon op basis van de beschikbare gegevens de feitelijke gang van zaken rond de bezorging niet vaststellen. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 21 januari 2021 vervalt en de Raad de zaak opnieuw in behandeling neemt. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 748,-.