1.3.Bij Koninklijk Besluit van 22 augustus 2017 is appellant met ingang van 23 juni 2017 bevorderd tot tweede luitenant . Bij besluit van 21 maart 2018 (bestreden besluit) is het daartegen gerichte bezwaar ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de hoofdregel zoals neergelegd in artikel 24b, derde lid, aanhef en onder a, van het AMAR bepaalt dat de militair na het volgen van de initiële opleiding wordt bevorderd tot eerste luitenant wanneer hij de effectieve rang van tweede luitenant gedurende twee jaar heeft bekleed. Deze regel is ook neergelegd in artikel 3:24, eerste lid, van de Voorlopige Voorziening Uitvoeringsregeling AMAR (URAMAR). De in 3:24, tweede lid van de URAMAR genoemde uitzondering is alleen van toepassing op [ functie 6] . Onweersproken is dat appellant daaraan niet voldeed ten tijde van het volgen van de SOO. Het beroep van appellant op artikel 3:11, zesde lid, onder b van de URAMAR kan naar het oordeel van de rechtbank niet slagen. Niet is gebleken dat de functie [naam functie 5] alleen aan een eerste luitenant kan worden toegewezen. De enkele omstandigheid dat dit in de praktijk wel vaak het geval is maakt niet dat de functie niet ook door een tweede luitenant ingevuld kan worden. De rechtbank volgt de Kroon in zijn toelichting dat het gegeven dat in de bij de functie behorende vacaturegegevens is opgenomen dat aan de functie de rang van eerste luitenant is verbonden, berust op een fout die inmiddels is hersteld. Aan appellant komt verder geen geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel toe. Appellant heeft aan de INFOOP nr. 2016/20 en het jaarverslag van de Aanname Adviescommissie van de KMA van oktober 2016 geen gerechtvaardigd vertrouwen mogen ontlenen. Daarbij is van groot belang dat in de persoonlijk tot appellant gerichte correspondentie altijd duidelijkheid is gegeven dat hij zou worden bevorderd tot tweede luitenant .
3. In hoger beroep heeft appellant zich op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.1.Artikel 24, vierde lid, van het AMAR, voor zover hier van belang, bepaalt dat aan de militair die een functie is toegewezen waaraan een hogere rang is verbonden dan de rang die hij bekleedt, met ingang van de datum van ingang van functievervulling die hogere rang wordt toegekend.
4.1.2.Artikel 24, zevende lid, aanhef en onder b van het AMAR, voor zover hier van belang, bepaalt dat bij de Koninklijke landmacht de bevordering van tweede luitenant tot eerste luitenant kan geschieden in afwijking van het vierde lid.
4.1.2.Artikel 24b, derde lid, aanhef en onder a, van het AMAR, voor zover hier van belang, bepaalt dat de militair, ingedeeld bij de Koninklijke landmacht in verband met opgedane ervaring of gevolgde opleiding bevorderd wordt tot eerste luitenant wanneer hij de effectieve rang van tweede luitenant gedurende twee jaren heeft bekleed.
4.1.3.Artikel 24b, zevende lid van het AMAR bepaalt dat bij ministeriele regeling nadere regels kunnen worden gesteld voor bevordering tijdens of aansluitend op een opleiding dan wel op grond van ervaringsopbouw.
4.2.1.Artikel 3:11, zesde lid, van de URAMAR bepaalt dat de militair die reeds is aangesteld bij het beroepspersoneel en bestemd was voor het vervullen van onderofficiersfuncties en als gevolg van een bestemmingswijziging wordt opgeleid tot [naam functie 3] , wordt bevorderd tot:
a. tijdelijk vaandrig/kornet , op de dag dat de verkorte ALO 1 en 2 succesvol zijn afgerond. De militair behoudt die tijdelijke rang totdat is voldaan aan artikel 24, eerste lid, van het AMAR;
b. de rang behorend bij de functie die wordt toegewezen na succesvolle afronding van de opleiding.
4.2.2.Artikel 3:19 van de URAMAR bevat nadere bepalingen over de ervaringsopbouw die vereist is om voor een bevordering als bedoeld in artikel 24, zevende lid aanhef en onder b, van het AMAR in aanmerking te komen. Artikel 3:24 van de URAMAR bevat nadere bepalingen over de bevordering tot eerste luitenant .