ECLI:NL:CRVB:2021:147
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens vervallen procesbelang in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot een Werkplan voor re-integratie. Het Uwv had in een eerder besluit het bezwaar van appellant tegen het Werkplan ongegrond verklaard. Tijdens de procedure in hoger beroep heeft het Uwv echter een nieuw besluit genomen, waarin het stelde dat het Werkplan geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) omdat het niet gericht is op een zelfstandig rechtsgevolg. De Raad oordeelde dat het procesbelang van appellant was komen te vervallen, omdat het Uwv met het nieuwe besluit volledig tegemoet was gekomen aan de wensen van appellant, namelijk dat er geen re-integratieverplichtingen aan hem opgelegd zouden worden. Hierdoor was er geen inhoudelijk belang meer bij de beoordeling van het hoger beroep. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.602,- bedroegen, inclusief griffierecht van € 170,-.