ECLI:NL:CRVB:2021:1328
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een herzieningsverzoek ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 31 januari 2019, waarin haar aanvraag om een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het herzieningsverzoek meer dan één jaar na de datum van openbaarmaking van de eerdere uitspraak is ingediend en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden (nova) zijn gepresenteerd die de herziening zouden rechtvaardigen. Hierdoor is het verzoek om herziening als onredelijk laat ingediend beoordeeld. De Raad heeft in eerdere uitspraken benadrukt dat een verzoek om herziening niet onredelijk lang mag worden uitgesteld. In dit geval is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Centrale Raad van Beroep niet ingaat op de inhoud van het verzoek. De uitspraak is gedaan door A. van Gijzen, met E.M. Welling als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 juni 2021.