Uitspraak
19.2079 WW-PV, 19/2828 WW-PV
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- herroept het boetebesluit van 12 september 2017;
- stelt het bedrag van de boete vast op € 2.733,- en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een boete die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan betrokkene had opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. De boete van € 5.467,- was opgelegd op 12 september 2017, maar werd door de rechtbank vernietigd in een uitspraak van 29 maart 2019. De rechtbank had het Uwv opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van betrokkene.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak gedeeltelijk vernietigd en het boetebesluit van 12 september 2017 herroepen. De Raad heeft vastgesteld dat de schending van de inlichtingenverplichting betrokkene slechts in verminderde mate kan worden verweten, aangezien het een eenmalige fout betrof die voortkwam uit onachtzaamheid. De Raad heeft de boete vastgesteld op € 2.733,-, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en het feit dat het Uwv de overtreding als een lichte overtreding had aangemerkt. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.068,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken.