ECLI:NL:CRVB:2021:1121
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- J.T.H. Zimmerman
- F.M. Rijnbeek
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante, geboren in 1993, had op 1 december 2016 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv weigerde deze op 6 april 2017. De reden hiervoor was dat appellante ten tijde van de aanvraag over arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante, ondanks haar gezondheidsproblemen, in staat was om ten minste twee uur per dag te werken en dat zij over basale werknemersvaardigheden beschikte. De rechtbank had geoordeeld dat appellante geschikt was voor de functie van routechauffeur, een fysiek lichte functie die geen repetitief gebruik van de handen vereist. Appellante voerde in hoger beroep aan dat haar ziekte progressief was en dat zij geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had, maar de Raad volgde het standpunt van het Uwv dat zij wel degelijk arbeidsvermogen had.
De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht het standpunt van het Uwv had gevolgd en dat appellante niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt. De mogelijkheid voor appellante om een nieuwe aanvraag in te dienen bij het Uwv in het geval van een toename van beperkingen werd ook genoemd. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.