ECLI:NL:CRVB:2021:1073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op grond van de Wmo 2015 voor dieet- en verwarmingskosten
In deze zaak heeft appellant, die bijzondere bijstand ontving voor dieet-, woon- en verwarmingskosten, een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar om compensatie voor extra verwarmingskosten en dieetkosten. Het college heeft dit verzoek afgewezen, omdat de Wmo 2015 is bedoeld voor personen met beperkingen in zelfredzaamheid of participatie, en niet voor inkomensondersteuning. De rechtbank Den Haag heeft de afwijzing van het college bevestigd, waarop appellant in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant heeft geen problemen aangetoond bij deelname aan het maatschappelijk verkeer of het uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen. De Raad concludeert dat appellant niet heeft verzocht om een maatwerkvoorziening ter compensatie van ondervonden beperkingen, maar om een bijdrage in bestaanskosten. De Raad bevestigt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen op basis van artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015.
De Raad oordeelt dat de Wmo 2015 niet bedoeld is voor inkomensondersteuning, maar voor het ondersteunen van zelfredzaamheid en participatie van mensen met beperkingen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 6 mei 2021.