Uitspraak
17 september 2018, 17/974 tot en met 17/983 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had besloten om de Methode voor het Rangordenen van Inconveniënten (MRI) klasse van betrokkenen te wijzigen van klasse 1 naar klasse 2 per 1 juni 2016. Betrokkenen, die werkzaam zijn bij de gemeente Amsterdam, hebben hiertegen bezwaar gemaakt en zijn in beroep gegaan. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en het college opgedragen nieuwe besluiten te nemen. Het college heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft overwogen dat het college voldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen substantiële wijzigingen zijn in de zwaarte en duur van de bezwarende taken. De Raad oordeelt dat het college niet verplicht is om iedere drie jaar een volledig nieuw herijkingsonderzoek uit te voeren, mits er geen significante veranderingen zijn. De Raad concludeert dat de eerdere MRI-scores geldig blijven en dat de wijziging van de MRI-klasse per 1 januari 2020 geen invloed heeft op de procedure die betrekking heeft op de MRI-klasse per 1 juni 2016.
De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen van betrokkenen tegen de besluiten van het college ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.