ECLI:NL:CRVB:2016:3689
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de MRI-klasse toekenning aan een ambtenaar in het kader van de waardering van inconveniënten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die sinds 1997 in dienst is bij de gemeente Amsterdam en werkzaam is in het stadsdeel Centrum. Appellant is in beroep gegaan tegen de toekenning van de ongewijzigde MRI-klasse 1 aan zijn functie, die hij als onjuist beschouwt en waarvoor hij MRI-klasse 2 eist. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de waardering van inconveniënten is gebaseerd op een zorgvuldig veldonderzoek, waarbij het takenpakket van appellant is vastgesteld. Het feit dat appellant containers naar de vuilniswagen verplaatst, is niet voldoende om aan te nemen dat de gradatie D van toepassing is, aangezien deze pas wordt aangenomen bij een gemiddelde activiteit van zes tot acht uur per dag. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het veldonderzoek en dat de argumenten van appellant niet opwegen tegen de vastgestelde waardering. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er wordt geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.