Uitspraak
18.2757 WMO15
OVERWEGINGEN
1.2. Bij besluit van 13 april 2017 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van appellant tegen het besluit van 6 september 2016 ongegrond verklaard. Hieraan is ten grondslag gelegd dat appellant met het toegekende pgb in staat is om de benodigde Rea Focus LX aan te schaffen en te onderhouden bij de door de gemeente gecontracteerde aanbieder Welzorg.
Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hij heeft aangevoerd dat in de Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Lochem (Verordening) niet voldoende is vastgelegd op welke wijze de hoogte van een pgb wordt bepaald. Appellant heeft verder aangevoerd dat het college voor de hoogte van het pgb is uitgegaan van een gemiddelde categorieprijs (lump sum financiering) van de maatwerkvoorziening in natura. Hierdoor is de hoogte van het pgb gebaseerd op kosten die niet in verhouding staan tot de kosten van diezelfde maatwerkvoorziening bij een andere, niet gecontracteerde, leverancier. Volgens appellant is daardoor gehandeld in strijd met de door de wetgever beoogde keuzevrijheid. Uit opgevraagde offertes blijkt dat andere aanbieders een substantieel hoger bedrag voor hetzelfde type rolstoel en het onderhoud vragen. Appellant betwist dat Welzorg hem de geïndiceerde rolstoel zou kunnen leveren.