Uitspraak
17.7077 PW, 19/3211 PW
OVERWEGINGEN
(bestreden besluit 1), voor zover hier van belang, heeft het college het bezwaar van appellante tegen de intrekking ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Venray. Appellante, die sinds 2014 bijstand ontving op basis van de Participatiewet, heeft haar bijstandsuitkering zien intrekken en terugvorderingen ontvangen vanwege niet gemelde onroerende zaken in Turkije. De Raad heeft vastgesteld dat appellante, weduwe van X, niet heeft voldaan aan haar inlichtingenverplichting door een boomgaard en andere onroerende zaken niet te melden. Het college heeft Bureau Buitenland ingeschakeld voor onderzoek naar de onroerende zaken, wat leidde tot de conclusie dat appellante recht had op een aandeel in deze zaken. De Raad oordeelde dat het college niet in strijd met het discriminatieverbod heeft gehandeld en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet over de onroerende zaken kon beschikken. De hoger beroepen zijn ongegrond verklaard en de eerdere uitspraken van de rechtbank zijn bevestigd.