ECLI:NL:CRVB:2020:3520
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen strafontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en ambtelijke corruptie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen zijn onvoorwaardelijke strafontslag wegens plichtsverzuim en ambtelijke corruptie. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 december 2020 uitspraak gedaan. De ambtenaar was sinds 2002 werkzaam bij de gemeente Amsterdam en werd in 2016 geschorst in verband met een strafrechtelijk onderzoek naar ambtelijke corruptie. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam legde hem uiteindelijk onvoorwaardelijk strafontslag op. De rechtbank Amsterdam had eerder de besluiten van het college vernietigd, maar het college ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat er geen grond was voor schorsing wegens strafrechtelijke vervolging en dat de opgelegde disciplinaire straf niet onevenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim. De Raad bevestigde dat de ambtenaar zich schuldig had gemaakt aan de verweten gedragingen, waaronder het aannemen van giften en het niet transparant verklaren in het onderzoek. De Raad oordeelde dat het college in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid om tot strafontslag over te gaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van het college werd afgewezen.