1.11.Na kennis te hebben genomen van de zienswijze van betrokkene over het voornemen hem te ontslaan, heeft het college betrokkene bij besluit van 23 maart 2017 met toepassing van artikel 13.6, eerste lid, aanhef en onder f en het derde lid, van de NRGA wegens plichtsverzuim de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd met ingang van 28 juni 2016. Hieraan zijn de volgende gedragingen ten grondslag gelegd:
Het aannemen van meerdere giften, ten bedrage van in totaal ten minste € 44.994,-, van een of meerdere bedrijven ([naam B.V. 1] / [naam B.V. 2]) met wie eiser uit hoofde van zijn functie bij de gemeente een zakelijke relatie onderhoudt, welke zakelijke relatie zich kenmerkt door een zekere afhankelijke positie van partijen (gemeente t.o.v. bedrijven) ten opzichte van elkaar.
Het laten ontstaan en voortbestaan van ontoelaatbare verstrengeling van eisers persoonlijke belang met dat van de gemeente, door met gebruikmaking van zijn zakelijke contacten in zijn privébehoeften te voorzien.
Het op zich laden van de ontoelaatbare schijn van ambtelijke corruptie en/of omkoping. Giften met een dusdanig grote omvang en onder omstandigheden zoals waarvan in eisers geval is gebleken, wekken immers de verwachting dat daar een zakelijke tegenprestatie tegenover staat/heeft gestaan. Het is althans niet aannemelijk dat deze giften, mede gelet op de omvang ervan, ‘om niet’ hebben plaatsgevonden.
Het toebrengen van grote schade aan het imago van de gemeente.
Als strafverzwarende omstandigheden heeft het college laten meewegen:
De opzettelijkheid van eisers handelen, met het duidelijke oogmerk zichzelf te verrijken met gebruikmaking van zijn netwerk uit hoofde van zijn functie bij de gemeente. Vooralsnog kan bovendien niet worden uitgesloten dat deze verrijking plaatsvond ten financiële laste van de gemeente en/of ter zakelijke bevoordeling van de desbetreffende bedrijven.
Eiser heeft zich in het onderzoek door BI ten overstaan van de onderzoekers volstrekt niet transparant en meewerkend opgesteld, door met een beroep op zijn zwijgrecht geen duidelijkheid te verschaffen over zijn gedragingen en de toedracht daarvan.
De omvang en aard van de giften en de lange periode waarin daarvan sprake is geweest.