Uitspraak
19 173 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat het Uwv het aantal dagloondagen overeenkomstig artikel 18, eerste lid van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen (Dagloonbesluit) terecht heeft vastgesteld op 173 en zodoende het dagloon heeft vastgesteld op € 86,87. De rechtbank heeft appellant niet gevolgd in zijn standpunt dat het aantal dagloondagen moet worden vastgesteld op het aantal dagen dat hij feitelijk inkomsten heeft verworven. Uit de rechtspraak van de Raad, bijvoorbeeld de uitspraak van 17 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:170, volgt dat het begrip ‘de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen’ in artikel 18, eerste lid, van het Dagloonbesluit betrekking heeft op de eerste dag van de eerste dienstbetrekking in het refertejaar waaruit de werknemer loon heeft genoten, met andere woorden: de dienstbetrekking in het refertejaar waarin de werknemer is gestart of is heringetreden. Het standpunt van appellant komt erop neer dat op 23 maart 2015 een nieuwe startperiode aanvangt. Noch rechtspraak van de Raad noch de tekst van artikel 18, eerste lid, van het Dagloonbesluit, noch de strekking daarvan bieden aanknopingspunten om af te wijken van de daarin neergelegde regeling dat rekening dient te worden gehouden met het loon dat de werknemer vanaf de start van de werkzaamheden in het refertejaar – in dit geval 10 december 2014 – heeft ontvangen.