ECLI:NL:CRVB:2020:3404
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens gebrek aan duurzaam arbeidsvermogen en schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante die een Wajong-uitkering had aangevraagd. De aanvraag was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen op de grond dat appellante op dat moment geen arbeidsvermogen had, maar dat deze situatie niet duurzaam was. De rechtbank Noord-Holland had eerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad oordeelde dat de rechtbank de conclusies van het Uwv niet voldoende had onderbouwd. De Raad oordeelde dat er voldoende medische grondslag was voor de afwijzing van de aanvraag, maar dat de appellante recht had op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar veroordeelde de Staat der Nederlanden tot betaling van € 1.500,- aan appellante voor de overschrijding van de redelijke termijn. De Raad oordeelde dat de redelijke termijn in deze procedure met meer dan een jaar was overschreden, wat leidde tot de schadevergoeding. De Raad concludeerde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering, maar dat de procedure te lang had geduurd, wat aanleiding gaf tot schadevergoeding.