ECLI:NL:CRVB:2020:3386

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
28 december 2020
Zaaknummer
20/164 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het hogerberoepschrift

Op 11 december 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/164 ANW-V. Het hoger beroep van appellante, die in Marokko woont, was niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De uitspraak waartegen het hoger beroep was ingesteld, was gedaan door de rechtbank Amsterdam op 9 september 2019. Appellante had in verzet gesteld dat omstandigheden haar verhinderden om tijdig hoger beroep in te stellen. Echter, de Raad oordeelde dat appellante geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die haar verzuim konden rechtvaardigen. Het hoger beroep was op 16 januari 2020 door de Raad ontvangen, maar de Raad kon niet vaststellen dat er sprake was van een geldige reden voor de late indiening. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om appellante in de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak werd gedaan in een openbare zitting, waarbij niemand ter zitting was verschenen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 11 december 2020
20/164 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2019, 19/177 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: J.C. Boeree
Griffier: R. van Doorn
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 6 augustus 2020 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet‑ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
Appellante heeft in verzet herhaald dat de omstandigheden het haar niet toelieten om tijdig hoger beroep in te stellen.
Het hoger beroep tegen de uitspraak van 9 september 2019 is op 16 januari 2020 door de Raad ontvangen. De Raad stelt vast dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij niet in verzuim is geweest. De stelling van appellante dat zij door omstandigheden niet tijdig hoger beroep kon instellen, is niet onderbouwd.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) R. van Doorn (getekend) J.C. Boeree

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale) déclare l’opposition non fondé.
Par conséquent, décidée par J.C. Boeree en présence de R. van Doorn en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 11 décembre 2020.