ECLI:NL:CRVB:2023:703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om herziening in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2023 uitspraak gedaan over het verzet van verzoekster tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar verzoek om herziening. Het verzoek om herziening was eerder op 16 december 2021 niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Verzoekster was het niet eens met deze beslissing en diende verzet in. De zitting over het verzet vond plaats op 24 maart 2023, maar partijen waren niet aanwezig.
De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift te laat was ingediend. De laatste dag voor het indienen was 27 januari 2022, terwijl het verzetschrift pas op 15 maart 2022 was ontvangen. Verzoekster heeft geen uitleg gegeven voor deze termijnoverschrijding, ondanks herhaalde verzoeken van de Raad om opheldering. Hierdoor heeft de Raad geconcludeerd dat het verzet niet ontvankelijk verklaard moet worden.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier K.M. Geerman, en is openbaar uitgesproken op 14 april 2023.