ECLI:NL:CRVB:2020:3054
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van intrekkingsbesluit AIO-aanvulling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die samen met haar overleden echtgenoot een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) ontving, had een verzoek tot herziening ingediend van het intrekkingsbesluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Dit intrekkingsbesluit was gebaseerd op een onderzoek naar het vermogen van appellante en haar echtgenoot, waaruit bleek dat zij onroerend goed in Turkije bezaten dat het vrij te laten vermogen overschreed. De Svb had de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht ingetrokken en een bedrag van € 45.191,98 teruggevorderd.
Appellante voerde aan dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening van het besluit rechtvaardigden, waaronder de omstandigheden rondom een huisbezoek en de financiële situatie van appellante. De Raad oordeelde echter dat de aangevoerde gronden geen nieuwe feiten of omstandigheden betroffen die niet eerder in de bezwaarprocedure naar voren hadden kunnen worden gebracht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond was verklaard. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.