Uitspraak
18 5736 PW, 20/2435 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
14 augustus 2012 opnieuw moeten vaststellen. Dit nieuwe besluit vergt van het college slechts een rekenkundige uitwerking die naar verwachting tussen partijen niet tot een geschil leidt. Daarom is een bestuurlijke lus niet aangewezen. Met het oog op een voortvarende afdoening van het geschil bestaat aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht te bepalen dat tegen het door het college nieuw te nemen besluit slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtbank het besluit van 15 februari 2018 geheel heeft vernietigd en het college opdracht heeft gegeven een nieuwe beslissing op het bezwaar tegen het besluit van 15 juni 2017;
- vernietigt het besluit van 15 februari 2018 voor wat betreft de intrekking over de periode van 15 augustus 2012 tot en met 30 april 2017 en voor wat betreft de terugvordering in zijn geheel;
- herroept het besluit van 15 juni 2017 voor zover het de intrekking over de periode van 15 augustus 2012 tot en met 30 april 2017 betreft;
- draagt het college op om met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar van appellanten te beslissen voor wat betreft de terugvordering en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 juli 2020 gegrond en vernietigt dit besluit;
- veroordeelt het college in de kosten van appellanten tot een bedrag van € 1.136,32,-;
- bepaalt dat het college aan appellanten het betaalde griffierecht in hoger beroep van € 126,- voldoet.