Uitspraak
18.756 ZW
OVERWEGINGEN
. In de nota van toelichting bij het SB is daarover vermeld:
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die zich ziek heeft gemeld als APK-keurmeester en later als directeur in loondienst is geregistreerd. Appellant heeft zich op 1 april 2015 ziek gemeld met psychische klachten en zijn dienstverband eindigde op 29 september 2016 door faillissement. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen zou kunnen verdienen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
Appellant stelt dat het Uwv ten onrechte de functie van APK-keurmeester als maatmanfunctie heeft genomen en dat het loon van de functie van directeur in loondienst als maatman moet worden aangemerkt. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv terecht is uitgegaan van het laatst verdiende loon als maatmaninkomen, omdat appellant niet kan aantonen dat hij recht had op een hoger loon dan dat van de functie van APK-keurmeester. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen nieuwe medische stukken zijn ingediend die aanleiding geven voor een ander oordeel. De conclusie is dat het hoger beroep niet slaagt en de eerdere uitspraak wordt bevestigd.