Uitspraak
17.7417 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente af;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die zich ziek had gemeld met psychische klachten, was in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van het Uwv om zijn ziekengeld per 30 maart 2016 te beëindigen. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv. De verzekeringsarts had de appellant beoordeeld en beperkingen vastgesteld, waaronder een aanvullende beperking op het gebied van voorspelbare werksituaties. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van de appellant op de datum in geding niet waren onderschat en dat de in hoger beroep overgelegde informatie geen nieuwe inzichten bood die de eerdere beoordeling konden ondermijnen.
De Raad volgde ook de rechtbank in haar oordeel dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die aan de appellant waren voorgelegd, medisch geschikt waren. De appellant had daarnaast verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de Raad werd toegewezen tot een bedrag van € 500,-. De totale procedure had meer dan vier jaar geduurd, maar de Raad oordeelde dat de overschrijding van de redelijke termijn niet meer dan een half jaar was. De Raad veroordeelde de Staat der Nederlanden tot betaling van de schadevergoeding en het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van de appellant.