Uitspraak
19.4290 AW
OVERWEGINGEN
.Appellante heeft niet betoogd dat het functieprofiel Uitvoerend Medewerker C niet passend is bij de functie [naam functie 1] [organisatie]; zij acht indeling in dat profiel onhoudbaar omdat een ander functieprofiel, te weten dat van de Uitvoerend medewerker A (primair) dan wel B (subsidiair) meer passend is. Dat de functie [naam functie 1] [organisatie] inhoudelijk hetzelfde is als de functie [naam functie 1] Documentaire Informatievoorziening (DIV), zoals appellante heeft gesteld, heeft appellante niet aannemelijk gemaakt. Het college heeft gemotiveerd uiteengezet dat het takenpakket, de problematiek en de resultaatgebieden van de [naam functie 1] DIV veelomvattender zijn dan die van de functie [naam functie 1] [organisatie]. Dat de [naam functie 1] DIV deels ook werkzaamheden voor het [organisatie] verricht maakt dat niet anders. De functie [naam functie 1] [organisatie] kent geen meervoudige problematiek in de zin van het FIR, nu er geen dwarsverbanden zijn met andere taken in dezelfde functie. De door appellante overgelegde werkinstructie biedt geen steun voor haar stelling dat zij net als de [naam functie 1] DIV controlewerkzaamheden verricht, omdat in deze werkinstructie niet alleen de werkprocessen van de functie [naam functie 1] [organisatie] zijn beschreven, maar ook en vooral die van andere functies. Voor zover in de functie [naam functie 1] [organisatie] ook kenmerken voorkomen uit de naast hogere functieprofielen, is dat ontoereikend voor de conclusie dat inpassing in het functieprofiel Uitvoerend Medewerker C onhoudbaar is.