Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Volgens de rechtbank zijn in de beschikbare medische stukken voorts geen aanknopingspunten te vinden voor het oordeel dat de verzekeringsartsen bij appellante zijn uitgegaan van te geringe beperkingen, zodat er geen grond is voor het oordeel dat appellante niet in staat is om ten minste gedurende een periode van één uur aaneengesloten te werken en niet voor ten minste vier uur per dag belastbaar is. Voor dat oordeel vindt de rechtbank eveneens steun in het rapport van 27 februari 2019. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep afdoende gemotiveerd dat bij appellante geen toestand is van 'geen benutbare mogelijkheden' als bedoeld in artikel 2 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Sb). Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige in zijn rapport van 15 november 2017 voorts inzichtelijk en op afdoende wijze onderbouwd dat appellante, rekening houdend met de beschreven beperkingen, beschikt over basale werknemersvaardigheden en dat zij een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, namelijk het invoeren van gegevens.