Uitspraak
17 5265 PW, 17/5266 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Ook de getuigenverklaringen van de buurtbewoners van het uitkeringsadres dragen bij aan het bewijs dat appellante niet haar hoofdverblijf had op het uitkeringsadres. Uit de verklaringen van de buurtbewoners van 2 mei 2016 komt, samengevat, het volgende naar voren.
4.15. Uit 4.14 volgt dat bestreden besluit 2 berust op een onvoldoende feitelijke grondslag, zodat bestreden besluit 2 voor vernietiging in aanmerking komt. De rechtbank heeft dit niet onderkend, zodat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd, voor zover die ziet op bestreden besluit 2. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen zal de Raad het beroep tegen bestreden besluit 2 gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. Het college heeft ter
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover die ziet op het besluit van 16 januari 2017;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 16 januari 2017 gegrond en vernietigt dat besluit voor zover daarbij het bezwaar tegen het besluit van 24 augustus 2016 ongegrond is verklaard ;
- herroept het besluit van 24 augustus 2016, voor zover daarbij de aanvraag om bijstand van 21 juni 2016 is afgewezen;
- bepaalt dat het college aan appellante bijstand verleent over de periode van 1 juni 2016 tot en met 19 september 2016 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 16 januari 2017;
- veroordeelt het college tot vergoeding aan appellante van de schade zoals onder 4.16 van deze uitspraak is vermeld;
- veroordeelt het college in de kosten van appellante tot een bedrag van € 3.150,-
- bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- vergoedt.