Uitspraak
18.1943 PW
20 maart 2018, 17/5150 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Buren ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor twee periodes, maar het college heeft de bijstand herzien en teruggevorderd omdat appellante geen melding heeft gemaakt van kasstortingen en bijschrijvingen op haar bankrekening. Het college concludeerde dat deze middelen als inkomsten moesten worden aangemerkt en in mindering moesten worden gebracht op de bijstand. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had gehandeld en dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de bijschrijvingen incidenteel waren en geen terugkerend karakter hadden. Ook stelde zij dat het college geen plicht had tot herziening en terugvordering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het college op grond van de PW verplicht was om de bijstand te herzien en terug te vorderen, gezien de schending van de inlichtingenplicht door appellante. De Raad benadrukte dat het aan het bijstandverlenend orgaan is om de nodige kennis over relevante feiten te vergaren en dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de bijschrijvingen incidenteel waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering terecht was gedaan, zonder dat er aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.