ECLI:NL:CRVB:2020:1941
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 20 maart 2019. Verzoeker, die in Marokko woont, heeft verzocht om herziening van de uitspraak waarin zijn bezwaar tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. De rechtbank Amsterdam had eerder geoordeeld dat verzoeker zijn bezwaar te laat had ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening aangevoerd dat hij ernstig ziek is geworden en daardoor niet kan werken, en heeft gevraagd om een nieuwe beoordeling van zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
De Raad heeft echter geoordeeld dat het verzoek om herziening niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat herziening alleen mogelijk is op basis van feiten die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die de indiener van het verzoek niet bekend waren. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker met zijn verzoek in feite een nieuwe arbeidsongeschiktheidsbeoordeling beoogt, wat niet is toegestaan onder de geldende rechtspraak. De Raad heeft daarom het verzoek om herziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de eerdergenoemde overwegingen.